Nederland roept uit tot een spoorwegstaking, zodat er geen verse Duitse troepen ons land in kunnen. Maar dit betekent ook geen aanvoer van voedsel en brandstof. De bevolking lijdt grote honger en kou tijdens de strenge winter.
Op 17 september 1944 kondigde de Nederlandse regering in ballingschap vanuit Londen een algehele spoorwegstaking in Nederland af. Met als belangrijkste doel het belemmeren van het vervoer van Joden naar vernietigingskampen, van Nederlandse arbeidskrachten en kapitaalgoederen naar de Duitse oorlogsindustrie, en van Duitse troepen en wapens door Nederland.
Deze staking sloeg overal aan en legde tot het einde van de oorlog het hele treinverkeer plat. De Duitsers konden weinig anders dan met ingereden treinen eigen transporten verzorgen.
Als reactie op de spoorwegstaking legden de Duitsers de binnenvaart stil, wat leidde tot uitvallen van de aanvoer van voedsel en steenkool. Pas toen de problemen die daardoor ontstonden in de aanloop naar de winter nijpend begonnen te worden, kondigde de Duitse bevelhebber over Nederland, Seys Inquart, het einde van de vaarstop af. Maar de Kriegsmarine vorderde de binnenvaartschepen in om zo veel mogelijk goederen en materialen vanuit Nederland naar Duitsland te transporteren. Achteraf bleek dit een belangrijke factor bij het ontstaan van de hongerwinter in West-Nederland geweest te zijn.